PLCRC biedt een landelijk platform voor onderzoek

naar dunnedarm-, dikkedarm-, endeldarm- en anuskanker.

 

deelnemende
centra

 

deelnemende
patiënten

Terug

PLCRC-ORCA: Liquid biOpsies in Ras wildtype non-liver limited metastasized colorectal CAncer patients: an exploratory study

2019-09-01

Eén van de behandelmogelijkheden voor patiënten met gemetastaseerd colorectaal carcinoom  (mCRC) is een EGFR-blokker. Het is bekend dat patiënten met een mutatie in één van de RAS-genen geen baat hebben bij de behandeling met een EGFR-blokker. Ongeveer 50% van de patiënten met mCRC heeft een mutatie in RAS. Naast de primaire resistentie zetten RAS-mutaties aan tot geïnduceerde resistentie voor de anti-EGFR-therapie. Behalve herhaalde biopsieën zijn er momenteel geen andere methoden beschikbaar om de moleculaire veranderingen te volgen gedurende de anti-EGFR-behandeling.

Circulerend tumor DNA

Bij patiënten met kanker komen er continue kleine fragmenten DNA van de tumor in het bloed terecht; dit wordt circulerend tumor DNA (ctDNA) genoemd. Met nieuwe technieken kan bij bijna elke CRC-patiënt ctDNA in het bloed worden aangetoond. Aangezien bloedafname relatief weinig invasief is, kan de analyse van ctDNA meerdere malen worden toegepast om de aanwezigheid van mutaties na te gaan. Hiermee kan de ontwikkeling van resistentie tijdens de anti-EGFR-therapie voor CRC mogelijk worden gevolgd.

PLCRC-ORCA is opgezet om het ontstaan van mutaties in de RAS-genen en in andere genen tijdens systemische behandeling bij mCRC te onderzoeken. Daarnaast wordt de klinische voortgang van de ziekte gevolgd, evenals het optreden van resistentie voor therapie.

Doel ORCA

Primair: onderzoek naar de RAS-mutatiestatus bij patiënten met RAS-wildtype mCRC niet beperkt tot de lever in de loop van de tijd, gecorreleerd aan (het effect van) de behandeling.

Onderzoeksdesign

PLCRC-ORCA is een observationele studie. 100 patiënten geïncludeerd in PLCRC die toestemming hebben gegeven voor bloedafname en in de eerste lijn behandeld zullen worden met of FOLFIRI-cetuximab of CAPOX-bevacizumab kunnen deelnemen aan deze substudie.

Vóór de start van de behandeling en ongeveer iedere 8 weken erna zal extra bloed worden afgenomen ter analyse van ctDNA in het plasma en ter bepaling van de RAS-mutatiestatus. Het laatste bloedsample wordt verzameld na de laatste systemische behandeling.

Conclusie

Het ctDNA van 100 patiënten met RASwt mCRC (niet beperkt tot de lever) zal worden verzameld en geanalyseerd iedere 8 weken met als doel het volgen van de RAS-mutatiestatus gedurende de systemische behandeling en het onderzoeken van de relatie met therapieresistentie.

Terug